Back in New Zealand

Na een korte onderbreking van 2 weken ben ik zaterdag 11 januari weer teruggevlogen naar Nieuw-Zeeland. Na een lange vlucht (zonder gratis wifi in Guangzhou!) kwam ik op 13 januari weer aan in Queenstown, waar ik ook geëindigd was. Het was de eerste dagen een beetje vreemd om weer in Nieuw-Zeeland te zijn, en ik was ook heel moe van al dat gereis, maar toen ik weer verder ging reizen met de bus zat ik alweer snel in de reismodus.

De laatste dag in Queenstown had ik een boottochtje over het meer van Queenstown geboekt. Zo kon ik de stad ook vanaf het water bekijken en de schipper vertelde veel over de verschillende wijken van Queenstown. Terug in de haven bleek er een marktje te zijn. Ik vind het altijd leuk om over dat soort marktjes met lokale spullen te slenteren.

Donderdag was het tijd voor mijn tripje naar het zuiden van Nieuw-Zeeland. Na de hele mooie route tussen Te Anua en Milford Sound, met heel veel fotostops, was het tijd voor de cruise in Milford. Hier had ik echt naar uitgekeken, iedereen zegt dat Milford zo mooi is met al zijn watervallen. En dat is ook echt waar! In het eerste deel van de cruise hadden we niet heel mooi weer, het was bewolkt en het miezerde zo af en toe wat, waardoor het er een beetje spooky uitzag. Nadat we aan het eind van de sounds waren omgekeerd brak de zon door en konden we echt goed zien hoe mooi het daar is! We overnachtten die dag in Gunns Camp, een hostel in de middle of nowhere, waar geen telefoonontvangst is en tussen 10 uur 's avonds en 7 uur 's ochtends ook geen elektriciteit.

De volgende dag vertrok ik richting Bluff met als eindbestemming Stewart Island, het derde eiland van Nieuw-Zeeland. In Bluff een fotostop gemaakt bij de bekende wegwijzer. Daarna werd ik afgezet bij de ferry. Aangekomen op Stewart Island er meteen maar op uit getrokken om kiwi's te spotten. Deze vogels komen na zonsondergang tevoorschijn. We hadden een local gevraagd waar we de kiwi konden spotten. Ik heb ze wel gehoord, maar heb helaas geen kiwi gezien in de tijd dat ik op het eiland was. In de haven waar de ferry aankwam zat ook het nest van de kleine blauwe pinguïn. Deze vogels komen ook na zonsondergang aan land. De pinguïns heb ik gelukkig wel geziwn. Dit zijn hele kleine, schattige beestjes.
Op Stewart Island heb ik veel gewandeld, Ulva Island bezocht met een gids die Ulva heet en daar veel vogels gezien, meegedaan met de beroemde pubquiz, en gekayakt rond het eiland. Dit wilde ik heel graag doen. Tijdens het kayakken zwom er een zeehond rond de kayak en zagen we pinguïns in het water. Daarnaast wist de gids heel veel over het leven onder water en vond hij het leuk om daarover te vertellen en mij dingen te laten zien. Zo heeft hij bijvoorbeeld een zee-egel opgevist. Toen we op een strandje wilden gaan picknicken zwom er opeens een zeeleeuw het strand op. Deze beesten zijn echt enorm groot, maar hij lag lekker te zonnen en gaf nergens om. Ik kon op een paar meter afstand staan om een foto te maken en het beest veroerde geen vin. Na het kayakken ben ik weer op de ferry gestapt en werd ik oppikt door de bus om weer terug naar Queenstown te gaan.

De volgende dag, woensdag, vertrokken we al vroeg richting Aoraki/mount Cook, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. Aan de voet van de berg licht het meer van Tekapo. Door het gletserwater dat in dit meer stroomt heeft dit meer een hele gekke, poederachtige, blauwe kleur. We verbleven die dag in een hostel met een waanzinnig uitzicht op de berg. Toen ik vetrokken voor een wandeling om mount Cook te kunnen zien regende het al een beetje, maar dit werd steeds erger. Mensen die terugkwamen vanaf het eindpunt zeiden dat er eigenlijk niets te zien was door de bewolking en regen. Dus besloot ik halverwege maar om te draaien en terug naar het hostel te lopen.

Daarna kwam ik via Rangitata aan in Christchurch. Hier ben ik 3 nachten gebleven. In Christchurch bleek het World Buskers Festival aan de gang te zijn. Dit zijn allemaal optredens van straatartiesten, voornamelijk in het park, maar ook in de rest van de stad waren optredens. Dit was heel leuk, dus hier heb ik veel tijd doorgebracht. Ik heb optredens van komedianten, acrobaten en een burlesque-voorstelling gezien.
Daarnaast heb ik veel door de stad gelopen. Christchurch is echt een spookstad sinds de aardbeving 3 jaar geleden. Veel gebouwen zijn dichtgetimmerd en ze zijn overal aan het bouwen. Wel heel indrukwekkend om daar rond te lopen en bijvoorbeeld de half ingestorte kathedraal op het centrale plein te zien. Ze hebben ook allemaal kunstprojectjen door de hele stad neergezet om lege plekken op te vullen. Zoals bijvoorbeeld cardbord cathedral, een kathedraal gemaakt van karton en de Re:start mall, een winkelcentrum in scheepscontainers. Verder stonden er op een plaats 185 lege witte stoelen, 1 voor elke inwoner van Christchurch die is omgekomen bij de aardbeving.
Zaterdagavond wilde ik samen met mijn kamergenote wat drinken ergens in de stad, maar er zijn ook geen bars meer in het centrum. Uiteindelijk zijn we in een club beland die bestond uit een aantal tenten. Hier hebben we ons prima vermaakt.

Zondagmorgen vertrok ik alweer vroeg richting het vliegveld van Christchurch om weer opgepikt te worden door de bus. Ik ben doorgereisd naar Kaikoura en hier weer voor een paar dagen gebleven. Aangekomen in het hostel bleek dat mijn kamergenoot een auto had en van plan was om naar een zeehondenkolonie te rijden die zich iets verderop bevindt. Dus toen hij vroeg of ik zin had om mee te gaan zei ik geen nee. Er waren daar echt heel veel zeehonden en ook heel veel kleintjes. Super leuk! De volgende dag heb ik een wandeling rond Kaikoura gemaakt en ook hier heb ik weer heel veel zeehonden gezien.
Voor dinsdagmorgen stond het zwemmen met dolfijnen op het programma! We moesten ons om 5 uur 's ochtends melden bij het kantoor van de organisatie. Hier kregen we een wetsuit en snorkels en een instructie. Ik vond het wel spannend om het water in te gaan, maar het was echt super leuk! Dolfijnen zijn echt hele nieuwsgierige dieren en komen al snel kijken wat er gebeurt. Je moest dan proberen om hun aandacht vast te houden door geluidjes te maken en bijvoorbeeld rondjes te zwemmen. Somige dolfijnen volgden je dan. Er waren echt heel veel dolfijnen en ze kwamen ook heel dichtbij. Wel bijzonder, want het zijn wilde dieren. We zijn op 2 verschillende plaatsen het water ingeweest. Na het zwemmen gingen we nog wat rondvaren en toen waren er echt heel veel dolfijnen rond de boot. Ze zwommen met de boot mee en sprongen uit het water, heel gaaf. Ook vlogen er een aantal albatrossen rond, dit zijn echt mega-grote vogels.

Nu zit ik weer op de boot richting het noordereiland. Morgen ga ik naar Auckland, waar ik een paar dagen blijf. Daarna staat de Bay of Islands, het noordelijkste stukje van Nieuw-Zeeland nog op het programma, en dan zit het er al bijna weer op hier in Nieuw-Zeeland. Ondertussen ben ik het vervolg van mijn reis in Australië al druk aan het uitstippelen en ik denk dat dat heel anders wordt dan Nieuw-Zeeland, maar wel heel leuk! Ik wil zoveel mogelijk zien en doen in de twee maanden dat ik daar ben.

Liefs Henny